Nieuwsbrief – Oktober 2022
De Stichtingen Botenloods De Levant en Buurthaven De Levant gaan gezamenlijk een nieuwsbrief uitgeven, met hierin aandacht voor:
– de lopende en toekomstige projecten die in de loods
– belangrijke data als werkzaterdagen, kraandagen, lezingen, feestjes en bijeenkomsten
– plannen voor verbeteringen in de haven en loods
– veranderingen in verband met de omgevingsdienst (klachten, buren, regulering enz.)
– berichten van de beide bestuurscommissies
– en vooral jullie inbreng! Ben je gebruiker van de loods of haven? Stuur ons je bijdragen (foto’s, reisverslagen, suggesties, etc)!
In eerste opzet denken we aan één nieuwsbrief per kwartaal die gestuurd wordt naar alle gebruikers van de haven en de loods die in onze bestanden staan. Wie dat niet wil kan dat laten weten. Die sturen we dan geen nieuwsbrief meer.
We zijn benieuwd naar de reacties.
Het bestuur
Doop en tewaterlating zeekajak Tikaani
Op 1 oktober 2022 werd de Tikaani* gedoopt en te water gelaten. Gustav heeft de afgelopen 7 maanden deze zeekayak in de Botenloods gebouwd en besteedde veel aandacht aan de, lichte, constructie, detaillering en kleur!
Een geweldig resultaat!
Black Pearl
Het ontwerp van deze 5,68m lange, 49 cm brede zeekayak heet Black Pearl, van de Zweedse ontwerper Björn Thomasson. “Ik heb deze kayak gebouwd volgens de lattenbouw methode, met 6 mm dikke, 20 mm brede en 6 meter lange cederhouten strips, gesandwiched in glasvezel mat en epoxy.
Dit model, met op een Oost-Groenlandse jagerskayak gebaseerde lijnen, vond ik al lang een echte eye catcher. Na een heel kort proefvaartje in de, ook zelfgebouwde en eigenlijk veel te krappe Black Pearl van clubgenoot Wouter, was ik subiet om. Wat een frêle finesse op ‘t water!
Het mooie van dit ontwerp is o.a. dat Björn [ontwerper] eerst de lengte, gewicht, armspanwijdte, heupbreedte en voetmaat van de bouwer wil weten, waarna hij het exacte ontwerp hierop afstemt en de aangepaste tekeningen opstuurt.
In feite bouwden de Inuit hun boten ook op hun lichaamsmaten. Hoe beter de kayak past, hoe beter ze vaart. Als een goede spijkerbroek, zeggen we nu weleens…”
Concept
Oorsprong van het lage volume en daardoor lage vrijboord, ligt in de zeecondities in Oost Groenland: door zeeijs en baaien beschut water, waardoor de harpoenjagers lage, smalle, kayaks nodig hadden om hun prooidieren dicht genoeg te kunnen benaderen. Stealth Mode!
De West-Groenlandse kayaks zijn, door de minder beschutte kust aldaar, wat breder en dieper, met hoger oplopende stevens.
“Voor ons als recreatieve kayakers is zo’n ultra slanke boot een feestje om in te varen. Eén met het water voel je elk golfje. De kayak luistert naar elke heupbeweging en rollen wordt totaal intuïtief als je die techniek beheerst.”
Bouw
Wat betreft de afwerking ben ik voor luxe gegaan. “Ik kan haar maar een keer bouwen”, was m’n uitgangspunt.
De kayak is gebouwd volgens de lattenbouw methode: 6 mm dikke, 20 mm brede en 6 meter lange cederhouten strips, gesandwiched in glasvezel mat en epoxy.
Tijdens het doorspitten van ettelijke YouTube kayak bouwtutorials heb ik Rob Macks van Laughing Loon gevonden. Zoek deze man een keertje op internet: wat een aandacht voor detail!
Ik heb wat bouwtechnieken van hem overgenomen. Na enig twijfelen heb ik besloten dat ik, naar zijn voorbeeld, ook een ingelegd dek wilde maken met parallel liggende houtstrips. Daarbij ook magnetische luiken met deksels uit het dek zelf gezaagd, waardoor alle lijnen in het hout ononderbroken doorlopen. Goed voor een berg extra bouw uren, deze keus, maar ik heb er geen spijt van…

Oog voor detail
Het dek is ingelegd met parallel liggende houtstrips. De magnetische luikdeksels zijn uit uit het dek zelf gezaagd, waardoor alle lijnen in het hout ononderbroken doorlopen.
Het dek is met de inset en de houten luiken een mooi harmonisch geheel geworden. Erg fijn om naar te kijken tijdens het peddelen…
Toen na meer dan 350 uur blije arbeid de eindstreep in zicht kwam, heb ik pas wat tegenslagen gehad. De bronzen kleurlaag en de afwerk toplagen wilden absoluut niet zo mooi op de boot liggen zoals ik in m’n hoofd had, wat flink wat ergernis kostte en nog meer tijd, haha!
Op zo’n moment is het echt geweldig om in de onvolprezen Botenloods te werken, met allemaal meedenkende collega’s , sommige zeer ervaren botenbouwers, waar je dan even lekker tegen kunt mopperen, en een tip of een kop koffie van krijgt, of allebei.
Dank, heerlijke heren, dank, ik zal jullie missen!
Tikaani*
M’n Groenlandse schone heet Tikaani. Dit is Inuktitut (taal van de Inuit) voor ‘Wolf’; dat vind ik passen bij de bruinbronzen en rode kleur, en bij haar lichtvoetige tred op het water.
Aldus Gustav! Heb je vragen over dit geweldige project, mail de redactie en we zorgen dat je in contact komt met Gustav.
Reisverslag noordoostkust VS
Al reizend, vakantie vierend, stuit je altijd wel weer op iets dat interessant is om met andere botenliefhebbers te delen.
Op onze tocht deze zomer door het noord-oosten van de USA, reden we van Providence naar Newport, Rhode Island. Het was behoorlijk warm en we hadden behoefte aan verkoeling aan zee.
![]() |
Rijdend over een mooie weg langs een grote zee-arm werden we getroffen door een enorm zeiljacht, op bokken aan land. We besloten te stoppen, ook om even te lunchen, en gingen het gevaarte bewonderen. Een grote bronzen plaquette vermeldde dat we ons op de voormalige werf bevonden van de Herreshoff Manufacturing Company te Bristol. |
Dat bedrijf werd in 1863 gesticht door John B. Herreshoff en Dexter Stone en bouwde kleine houten en stalen boten. De jongere broer Nathanael Green Herreshoff bekwaamde zich eerst op het MIT in Boston in scheepsontwerp en stoomtechniek alvorens in 1873 samen met zijn broer de firma zoals op de plaquette vermeld, te stichten.
Wat dan volgt is een prachtig, klassiek succesverhaal van innovatieve, stijlvolle scheepsontwerpen, nieuwe constructiemethoden en zakelijke voorspoed. De stoomtechniek bracht hen veel succes, ondermeer met de eerste Seagoing Torpedo boat No 1, de Cushing, voor de US Navy in 1890, maar hun grote bekendheid kwam toch van de grote snelle jachten die zeer succesvol waren in de America’s Cup.
Tussen 1893 en 1914 bouwde de werf zeven ‘of the largest, most complex and powerful racing sloops the world has ever known’ waarvan er vijf werden verkozen om als ‘defender’ de America’s Cup zeilwedstrijd te varen en te winnen. Dat is een uitzonderlijke prestatie.
De America’s Cup is de oudste zeilwedstrijd die gevaren wordt tussen 2 schepen en ging voor de eerste keer van start in 1851. De wedstrijd rond het Isle of Wight, toen nog de Hundred Guinea geheten en georganiseerd door de Londense Royal Yacht Squadron, werd gewonnen door het jacht America van de New York Yacht Club (NYYC). Dat schip ‘crossed the Atlantic on her own bottom and challenged all English yachts to a match race’. Zij werden uiteindelijk de naamgever van de daaropvolgende America’s Cup wedstrijden. De jonge Amerikaanse natie zal zich gelaafd hebben aan de overwinningen op het oude moederland Engeland.
De NYYC had in dezelfde periode verschillende clubhuizen in Newport, Rhode Island. Die nabijheid heeft de Herreshoff-werf bepaald geen windeieren gelegd.
28 November 1944 maakte de leiding van het bedrijf bekend dat ze de zaak gingen opdoeken. Er kwamen geen productie-orders voor de marine meer binnen en door gebrek aan mankracht en materialen als gevolg van de oorlogseconomie op dat moment, zag men geen perspectief meer.
Dat zou het geruisloze einde kunnen zijn geweest van deze roemruchte werf, totdat in 1971 het initiatief werd genomen om de bedrijfshistorie te memoreren op deze plek met een prachtig scheepsmuseum en de restauratie van de oude werfgebouwen.
En daar genoten wij onze lunch!
Louis
LINKS:
herreshoff.org
usautoindustryworldwartwo.com
The herreshoff brothers and their torpedo boats
nyyc.org
Werkplaatsbeheer
Sinds we in de loods zijn gaan werken met een Voortgangscommissie is er een en ander veranderd. Er wordt vaker gewerkt. Dat is goed maar het heeft ook gevolgen. Het zal jullie wellicht niet allemaal opvallen, maar de toegenomen bedrijvigheid heeft ervoor gezorgd dat de loods langzamerhand aspecten van een regulier bedrijf begint te vertonen. Er zijn altijd wel mensen aan het werk en dat gaat niet geheel ongemerkt. Het is er bijvoorbeeld vaak heel rumoerig.
Omdat ik degene ben die zich onder andere bezig houdt met de gezamenlijke gereedschappen en machines, ben ik ook degene die daar misschien wel het meest de gevolgen van ziet. Machines die ontregeld raken door ondeskundig gebruik, beitels en zaagbladen die vaak geslepen moeten worden en regelmatig beschadigd zijn, veelvuldig brekende zaaglinten, stofzakken die niet worden geleegd en zo meer. Hier toont zich het gebrek aan toezicht, een beheerder. De laatste tijd is er een toenemende druk op het vandikte/schaafbankje dat men dingen wil laten doen waartoe het helemaal niet of nauwelijks in staat is. Het is een hobby-bankje, geen professionele schaafbank die robuust werk aankan.
We moeten gaan nadenken over hoe we in de toekomst hiermee willen omgaan. Blijven we erin berusten dat we mensen die geen enkele ervaring hebben in de omgang met machines, loslaten op soms tamelijk complexe en niet gevaarloze apparatuur, kunnen we als bestuur de verantwoordelijkheid daarvoor wel dragen, breiden we uit of juist niet (een grotere, professionele schaafbank aanschaffen?) en meer zulks. En is er een verantwoordelijke voor de gang-van-zaken?
Wat betreft het gedeelte dat ik doe, de werkplaats en machines, heb ik in ieder geval alvast wat voorstellen.
Dat zijn:
– In ieder geval verder geen grote machines aanschaffen, zeker geen schaafbank of freesmachine
– De mensen in de loods laten weten dat als ze schaafwerk hebben dat niet in de van-dikte-bank past, ze dit moeten overleggen met Ed of anders daarmee naar de openbare werkplaats moeten gaan. Beter nog: het hout op maat geschaafd aanschaffen. Hetzelfde geldt voor lintzaagwerk.
Dit zie ik slechts als een voorzet. Ik vind dat er ruimer moet worden overdacht hoe we verder moeten voor er ongelukken gebeuren. Wellicht moet de koers worden gewijzigd. Maar hoe??
Ik hoor graag van jullie.
Guus
Introductie René
Beste loodsgebruikers, graag wil ik, René, jullie laten weten dat ik wat vaker in de loods aanwezig zal zijn om Guus bij zijn taken te assisteren en gaandeweg ook wat taken van hem over te nemen. Ik probeer, bij voorkeur op woensdag in de loods aanwezig te zijn en zal mij vooral gaan bezighouden met onderhoud en noodzakelijke aanpassingen aan het gebouw, de machines en het gereedschap alsook met de indeling en de inrichting van de werkplekken.
Zelf heb ik een bootje in de haven, ben ik sinds een aantal jaren lid van het bestuur en maak ik deel uit van de commissie-voortgang. Ik deed een timmeropleiding, studeerde ruimtelijke-vormgeving en deed de zeevaartschool in Enkhuizen. Nadien heb ik mij op een museumwerfje in Noorwegen toegelegd op traditionele houtbouw. Ik heb de afgelopen jaren, naast mijn werk als scheepstimmerman / meubelmaker, uiteenlopende vaartuigjes gebouwd. Mijn zeil-roeibootje in de haven, een skin-on-frame kajak, een Umiak in de zelfde bouwwijze en recent een open Stich’glue kano.
Ik hoop jullie vaak te gaan zien in de loods en verheug mij op een prettige samenwerking.
Groetend, Rene